Actie van 8 oktober 2025 t/m 23 november 2025

Snelle start - Mega pagadderrace

  1. De Mega Pagadderrace is een kaartspel voor 2–6 spelers, vergelijkbaar met pesten maar met een Pagaddertwist.

  2. Het doel is om al je kaarten kwijt te raken en als laatste een Pagadderkaart te spelen om de race te winnen.

  3. Elke speler krijgt 6 kaarten, de rest vormt de pakstapel; de deler legt de eerste kaart open en mag beginnen.

  4. Je moet steeds een snellere kaart opleggen: in dezelfde kleur is een lager nummer sneller, in een andere kleur juist een hoger nummer.

  5. Speciale kaarten maken het spel chaotisch:

     

    • Bomkaarten laten de volgende speler kaarten pakken (2 of 3).

    • Hamerkaarten zorgen dat de volgende speler een beurt overslaat.

    • Tornadokaarten draaien de speelrichting om.

  6. Sterkaarten geven je de mogelijkheid een extra kaart in dezelfde kleur op te leggen.

  7. Schildkaarten mag je altijd spelen: je kiest er een nieuwe kleur mee of je geeft bommen door.

  8. Wordt een bom doorgegeven, dan stapelen de strafkaarten zich op totdat iemand geen bom of schild meer kan spelen.

  9. Als je nog één kaart hebt, moet je “Pagadder!” roepen; vergeet je dat, dan moet je 3 strafkaarten pakken.

  10. De eerste speler die eindigt met een enkele Pagadderkaart en correct “Pagadder!” heeft geroepen, wint de race.

          De Mega Pagadderrace

                            Officiële Spelregels

   

Inhoudsopgave – De Mega Pagadderrace

  1. Verhaal
  2. Quickstart
  3. Doel van het spel
  4. Kaarten en functies
  5. Regels voor opleggen estafettekaarten
  6. Regels voor opleggen sterkaarten  
  7. Schildkaarten
  8. Specifieke regels voor doorgeven van bommen met bomkaarten en schildkaarten
  9. Kaarten pakken
  10.  PAGADDER! + spel winnen
  11.  Spelverloop
  12.  Spelsituaties
  13.  Credits

1. Verhaal:

Het is 1645, het jaar waarin een dapper volkje standhoudt en een stad verdedigt tegen een grote overmacht. Nee, we hebben het niet over dappere Galliërs maar over temperamentvolle Spanjaarden!

Het Beleg van Hulst in 1645 was het laatste grote beleg in de Tachtigjarige Oorlog, waarbij de zwaar versterkte stad Hulst werd veroverd op de Spanjaarden door stadhouder Frederik Hendrik van Oranje van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Staatsen vielen de stad aan met 12.500 man voetvolk, 2500 ruiters en 20 kanonnen en joegen bijna alle Spanjaarden weg uit Hulst. Bijna alle Spanjaarden? Waarom niet allemaal?

Wel, omdat de Staatsen de Pagadders over het hoofd hebben gezien. De Pagadders of in het Spaans ook Pagadores genoemd, lijken heel stoer, maar de werkelijkheid is toch ietsje anders. De Pagadores zijn Spaanse soldaten die te klein waren om te vechten. Pagadders houden ook helemaal niet van vechten, ze hadden andere taken. Waar ze heel goed in zijn is lol maken. Ze zijn slim en ondeugend. Pagadder betekent niet voor niets in het Zeeuws-Vlaams “kleine deugniet”. 

Pagadders houden ervan om van het leven te genieten. En dat kan volop in vestingstad Hulst. Onder het genot van een goede pint in de kroegen spelen ze graag spelletjes. Kaart- en dobbelspelletjes, want in die tijd hadden ze natuurlijk geen spelcomputers. En vanwege hun geringe lengte waren ze ook erg goed in het spel verstoppertje. Toen de Staatsen Hulst binnenvielen verstopten ze zich onder de “steenbrugge” (stenen brug). Niemand heeft ze ooit kunnen vinden of nog iets van ze vernomen.

De jaren verstrijken en de steenbrugge raakt bedolven onder een dikke laag grond. In 2012 worden in Hulst tijdens opgravingen aan de Bierkaai grote archeologische ontdekkingen gedaan. Oude Spaanse helmen, musketkogels en delen van de steenbrugge. En ’s avonds komen ook de Pagadders weer tevoorschijn.

De Pagadders gaan op verkenning en verspreiden zich over de Bourgondische vestingstad Hulst. Een stad volledig omringd door vestingwallen en grotendeels door water waar de Pagadders nog veel overblijfselen vinden uit de tijd van de Spaanse overheersing. De Pagadders vestigen zich op de mooiste plekjes in Hulst zodat bezoekers een heuse Pagaddertocht kunnen maken. Zo zijn de Spaanse Pagadores voor altijd met Hulst verbonden.

In de avond, als de bezoekers van Hulst na de wandeltocht en het winkelen langzaam naar de terrassen en vele uitstekende restaurants gaan in de binnenstad, pakken de Pagadders hun oude gewoonten weer op. Van het leven genieten en samen spelletjes spelen En een van deze Pagadderspellen, “De Mega Pagadderrace”, hebben jullie nu in handen!

De Pagadders houden een estafetteloop en het doel is om jouw groep Pagadders als eerste over de finish te krijgen. Raak als eerste al je kaarten kwijt en eindig met een Pagadderkaart. Wie dat lukt, wint de race! Versla tegenstanders met snellere kaarten en gebruik speciale kaarten om te pesten, blokkeren of om te versnellen. Krijg jij als eerste al jouw Pagadders over de finish?

We nemen jullie nu mee in het spel. Eerst geven we een quickstart (zie 2), dus het spel in hoofdlijnen voor spelers die snel een keer willen spelen. Daarna de uitgebreide spelregels met voorbeelden van spelsituaties (zie 3 e.v.).

2. Quickstart:

De Mega Pagadderrace is een oplegspel voor twee tot zes spelers en lijkt op het kaartspel pesten. De spelers moeten om beurten een kaart opleggen en als ze dat niet kunnen moeten ze een kaart pakken van de pakstapel. De speler die het eerste als zijn kaarten kwijt is, heeft zijn pagadders als eerste over de finish gebracht en wint het spel.

De deler leg de finishkaart open op tafel en deelt vervolgens 6 kaarten aan iedere speler. De overgebleven kaarten legt de deler omgekeerd naast de finishkaart. Die kaarten zijn de pakstapel. De deler mag beginnen en legt als eerste een kaart naar keuze op de finishkaart.

Het spel bestaat uit 95 kaarten waarvan er 94 actief deelnemen aan het spel (de finishkaart is decoratief). Belangrijk zijn de 80 estafettekaarten 1 t/ 20 geel, 1 t/ 20  rood, 1 t/ 20 groen en 1 t/ 20 blauw. De estafettekaarten zijn de Pagadderkaarten (60 stuks in totaal), de hamerkaarten (8 stuks in totaal), bomkaarten (8 stuks in totaal) en de tornadokaarten (4 stuks in totaal). Voor de estafettekaarten geldt dat het een race is en dat een speler dus steeds inhaalactie moet doen. Dat kan een speler doen door een snellere kaart te spelen dan de kaart die de vorige speler heeft gespeeld. Hiervoor gelden de volgende regels (het estafettesysteem):

  1. Binnen dezelfde kleur: een lager nummer is sneller dan een hoger nummer
  2. In een andere kleur: een hoger nummer is sneller dan een lager nummer

Dus ligt er een gele 6 open dan mag de volgende speler een gele 2 (eigen kleur: laag is sneller) of bijvoorbeeld een groene 7 spelen (andere kleur: hoog is sneller).

Ook de hamerkaarten, bomkaarten en de tornadokaarten volgen dus het estafettesysteem.

Als de hamerkaart is opgegooid komt de volgende speler “de man met de hamer tegen” en moet deze speler een beurt overslaan.

De tornadokaart verandert de speelrichting (van met de klok mee naar tegen de klok in en andersom).

De bomkaarten geven aan hoeveel kaarten de volgende speler moet pakken (bomkaart 1 = 3 kaarten pakken, bomkaart 20 = 2 kaarten pakken).

Als een speler in dit spel kaarten moet pakken is altijd zijn of haar beurt voorbij. Als een speler kaarten moet pakken mag hij nooit een kaart spelen.

Sterkaarten hebben geen nummer zoals de estafettekaarten. Ze werken op kleur en geven een speler het recht om een extra kaart in die kleur op te werpen.

Schildkaarten hebben een dubbelfunctie: een speler mag ze altijd spelen (op elke kaart) en kan er dan de volgkleur mee bepalen voor de volgende speler (geel, groen, rood of blauw). Een speler kan een schildkaart ook gebruiken om bommen door te geven aan de volgende speler.

Bommen kunnen worden doorgegeven met andere bomkaarten via estafetteregels: lager is sneller in eigen kleur, hoger is sneller in andere kleur. Dus een speler die gele bomkaart 20 tegen zich krijgt en eigenlijk 2 kaarten moet pakken, kan die bommen doorgeven aan de daaropvolgende speler door bomkaart gele 1 te spelen (3 kaarten pakken). De volgende speler moet dan 2 + 3 = 5 kaarten pakken.

Bommen kunnen ook worden doorgegeven met schildkaarten. Het bestaande aantal bommen wordt dan doorgegeven aan de volgende speler. De volgende speler mag dan zelf een kleur kiezen en eventueel zelf een bomkaart opleggen om weer door te geven aan een volgende speler. Als een speler geen (juiste) bomkaart of schildkaart heeft, moet hij kaarten pakken en is zijn beurt voorbij.

Om het spel te winnen moet een speler eindigen met één enkele Pagadderkaart en de speler moet de beurt hiervoor verplicht “Pagadder” hebben geroepen zodat de andere spelers weten dat het zijn laatste kaart is. Indien omdat het geen Pagadderkaart is of omdat de speler geen Pagadder heeft geroepen. De speler moet dan drie strafkaarten pakken en is nog niet uit.

3. Doel van het spel:

De Mega Pagadderrace is een spel voor twee tot zes spelers. Breng als eerste al jouw Pagadders over de finish door al je kaarten kwijt te raken. Versla tegenstanders met snellere kaarten en gebruik speciale kaarten om te pesten, blokkeren of om te versnellen.

Mega Pagadderrace is een chaotisch, strategisch kaartspel waarin spelers hun Pagadders als eerste over de finish proberen te krijgen. Mega Pagadderrace lijkt op het kaartspel “pesten” maar dan met een “Pagaddertwist”. Het spel combineert tactiek en sabotage van de tegenstander(s). Het doel is om al je kaarten kwijt te raken en als laatste een Pagadderkaart te spelen. Wie dat lukt, wint de race.

4. Kaarten en functies:

Er zijn 95 kaarten in het spel, waarbij spelers er 94 actief kunnen gebruiken. De finishkaart is enkel decoratief. Hieronder geven we een overzicht van de kaarten:

   

Kaarttype

Aantal

Kleur(en)

Functie

Finishkaart

1

Decoratief, ligt open in het midden. Geen speltechnische functie.

Estafettekaarten

80

20 Geel, 20 Rood,   20 Groen, 20 Blauw

Hoofdkaarten van het spel. Worden gebruikt om te versnellen en te winnen en bestaan uit Pagadderkaarten, Bomkaarten, Hamerkaarten en Tornadokaarten.

Pagadderkaarten

60

   4 × (2 t/m 8 en     

      11 t/m 18)

 15 Geel, 15 Rood,  15 Groen, 15 Blauw

Normale speelkaarten. Alleen deze mogen als laatste kaart gespeeld worden.

Bomkaarten

8

   4 × (1 en 20)

2 Geel, 2 Rood,            2 Groen, 2 Blauw

Geel 1 = volgende speler pak 3 kaarten, Geel 20 = volgende speler pak 2 kaarten.

Hamer

  8

   4 × (10 en 19)

2 Geel, 2 Rood,        2 Groen, 2 Blauw

Volgende speler komt “de man met de hamer tegen” en slaat een beurt over.

 

 

 

 

 

 

 

Tornado

 

 

 

 

 

 

 

 

  4

   

 

 

 

 

 

 

 

4 × (9)

1 Geel, 1 Rood,        1 Groen, 1 Blauw

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Speelrichting draait om.

Sterkaarten

  8

2 Geel, 2 Rood,        2 Groen, 2 Blauw

Volgen geen nummer maar een kleur. Leg de sterkaart op een kaar met dezelfde kleur en daarna mag een speler indien mogelijk een extra kaart van dezelfde kleur spelen of een schildkaart.

Schildkaarten

  6

  6 X Grijs

Hebben een dubbelfunctie: je mag ze altijd spelen (op elke kaart) en je kan er de volgkleur mee bepalen of ze gebruiken om bommen door te geven aan de volgende speler.

 

5. Regels voor opleggen estafettekaarten:

De estafettekaarten zijn de Pagadderkaarten, hamerkaarten, bomkaarten en de tornadokaarten in de kleuren geel, groen, blauw en rood. Voor de estafettekaarten geldt dat je steeds een snellere kaart moet spelen dan de kaart die de vorige speler heeft gespeeld. Hiervoor gelden de volgende regels:

A. Binnen dezelfde kleur

Hoe lager het nummer, hoe sneller. Bijvoorbeeld:

  • Groen 2 is sneller dan groen 9
  • Groen 6 is sneller dan groen 8

In dezelfde kleur moet de kaart die je oplegt dus een lager nummer hebben dan de vorige kaart in dezelfde kleur, want in dezelfde kleur is een lager nummer sneller dan een hoger nummer.

B. In een andere kleur

Hoe hoger het nummer, hoe sneller. Bijvoorbeeld:

  • Groen 9 is sneller dan rood 2
  • Geel 6 is sneller dan groen 5

In een andere kleur moet de kaart die je oplegt dus een hoger nummer hebben dan de vorige kaart in een andere kleur, want in een andere kleur is een hoger nummer sneller dan een lager nummer.

Let op: gelijke snelheid mag niet gespeeld worden want je moet altijd inhalen en dus altijd sneller zijn dan de vorige loper. Geel 5 is bijvoorbeeld even snel als groen 5 en mag dus niet worden opgelegd.

Let op: het is dus niet zoals bij het kaartspel “pesten” dat je estafettekaarten met dezelfde afbeelding op elkaar mag leggen. Het gaat echt op nummer.

6. Regels voor opleggen sterkaarten:

Sterkaarten hebben geen nummer zoals de estafettekaarten. Ze werken op kleur en geven een speler het recht om een extra kaart in die kleur op te werpen.

Als er bijvoorbeeld een gele estafettekaart wordt gespeeld en daardoor bovenaan ligt, mag de volgende speler daar een gele sterkaart opleggen. Als die speler kan en wil mag hij na het spelen van de gele sterkaart nog een gele kaart naar keuze spelen of een schildkaart om direct een andere volgkleur te kiezen. Heeft de speler zelf geen gele kaart meer na het opleggen van een gele sterkaart of legt hij geen extra kaart op, dan is de volgende speler aan de beurt die dan een gele kaart naar keuze moet leggen (of een schildkaart om een andere kleur te kiezen).

Let op: je mag dus geen rode sterkaart op een gele sterkaart leggen. Het gaat om de juiste kleur bij sterkaarten! Je mag wel een gele sterkaart op een gele sterkaart leggen en dan nog een gele kaart naar keuze opleggen.

7. Schildkaarten:

Schildkaarten hebben een dubbele functie. Je mag schildkaarten altijd opleggen en daarmee kan je de kleur kiezen waarin de speler hierna moet spelen (geel, groen, blauw of rood).

Je kan een schildkaart ook gebruiken om een bomkaart door te geven aan een volgende speler. In dat geval mag de speler die hierna aan de beurt is de volgkleur bepalen.

8. Specifieke regels voor doorgeven van bommen met bomkaarten en schildkaarten:

Met een bomkaart kan een speler de speler na hem kaarten laten pakken. Bomkaart 1 laat de volgende speler 3 kaarten pakken en bomkaart 20 laat de volgende speler 2 kaarten pakken. Maar een speler kan de bommen ook weer doorgeven zodat de speler hierna mogelijk nog meer kaarten moet pakken.

Een bomkaart is een estafettekaart en dus gelden de regels van lager is sneller in de eigen kleur en hoger is sneller in een andere kleur. Bijvoorbeeld in de situatie waarin de speler voor jou bomkaart gele 1 oplegt en jij dus eigenlijk 3 kaarten moet pakken. Maar je kan bomkaart gele 1 doorgeven door bomkaart rode 20 (of blauwe 20 of groene 20) op te leggen, want die zijn “sneller”. De volgende speler moet dan 5 kaarten pakken (3 bommen + 2 bommen).

Let op: als een speler bommen doorgeeft met bomkaarten kan dat alleen indien de estafetteregels gevolgd worden. Dus op een bomkaart gele 1 kun je geen bomkaart gele 20 opleggen (want in de eigen kleur is lager sneller dan hoger).

Je kan ook een schildkaart gebruiken om de bomkaart(en) door te geven aan een volgende speler. De bommen worden doorgegeven maar de speler moet door de schildkaart geen extra kaarten pakken. In deze situatie kan de volgende speler weer iedere bomkaart opleggen om door te geven aan de volgende speler (hij mag immers kleur kiezen door de schildkaart). Heeft hij zelf geen bommen of een schildkaart dan moet hij kaarten pakken en dan is zijn beurt voorbij (spelregel: kaarten pakken is geen kaart spelen en beurt voorbij). Dan mag de speler die hierna aan de beurt is op basis van de schildkaart waarmee de bommen zijn doorgegeven naar de vorige speler de volgkleur kiezen en een kaart naar keuze opleggen.

9. Kaarten pakken:

Als je geen snellere kaart hebt en/of geen kaart kunt spelen moet je een kaart pakken van de pakstapel en gaat de beurt direct naar de volgende speler.

Als je door bomkaarten kaarten moet pakken is je beurt ook voorbij en gaat die naar de volgende speler.

Bij dit spel is kaarten pakken dus direct beurt voorbij, je mag geen kaart gooien in die beurt!

10. PAGADDER! + spel winnen:

Je wint als je al je kaarten hebt uitgespeeld en dus geen kaarten meer hebt. Let op: je moet altijd eindigen met een enkele Pagadderkaart en die mag nooit in combinatie met andere kaarten als laatste gespeeld worden.

Zodra je nog maar één kaart hebt, moet je “PAGADDER!” roepen. Doe je dat niet, en leg je je laatste kaart op zonder dat je eerst Pagadder hebt geroepen of is de laatste kaart die je oplegt geen Pagadderkaart, dan moet je drie strafkaarten pakken en ben je dus nog verder van de overwinning verwijderd. Leg de kaart dan beter niet op en neem één kaart van de pakstapel.

11. Spelverloop:

  1. De deler legt de Finishkaart open in het midden.
  2. Iedere speler krijgt 6 kaarten.
  3. De andere overgebleven kaarten worden omgekeerd op elkaar naast de finishkaart gelegd, dit is de pakstapel.
  4. De deler mag het spel beginnen en legt een kaart naar keuze open op de finishkaart. Hierna is de volgende speler aan de beurt om een kaart te leggen. Tip: speel meerdere spelletjes en deel om beurten, dan mag iedereen een keer beginnen!
  5. Om beurten spelen spelers in eerste instantie met de klok mee (tornadokaart kan de speelrichting veranderen) een snellere kaart dan de vorige, volgens de estafetteregels waarbij in dezelfde kleur lager sneller is en in een andere kleur hoger sneller is (+ sterkaarten en schildkaarten).
  6. Heeft een speler geen snellere kaart dan de kaart die op ligt? Dan moet die speler een kaart pakken en is zijn/haar beurt direct voorbij (een speler mag die kaart niet direct weer opleggen, kaart pakken = niet spelen).
  7. Moet je door een bomkaart kaarten pakken dan is jouw beurt direct voorbij (je mag geen kaart opleggen want kaart pakken = niet spelen).
  8. Speciale kaarten kunnen het spel flink door elkaar schudden: bommen, hamerkaarten en tornadokaarten bijvoorbeeld zijn er zodat spelers elkaar kunnen dwarsbomen.
  9. Speel door totdat een van de spelers zijn laatste Pagadderkaart legt en het spel wint. Let op: het kan zijn dat het spel zo lang duurt dat de pakstapel leeg is. De deler pakt dan de laatste kaart die is opgelegd en legt die op de finishkaart. De andere kaarten die reeds waren opgelegd worden door de deler geschud en omgedraaid neergelegd. Ze vormen de nieuwe pakstapel.
  10. Om te winnen moet een speler eindigen met één enkele Pagadderkaart (dus nooit in combinatie met een andere kaart) en de speler moet de beurt hiervoor verplicht “Pagadder” hebben geroepen. Is aan een van deze voorwaarden niet voldaan en een speler speelt toch zijn/haar laatste kaart dan doet dit het spel niet eindigen, omdat het geen Pagadderkaart is of omdat de speler geen “Pagadder” heeft geroepen. De speler moet dan drie strafkaarten pakken en is niet uit.

12. Spelsituaties:

Voorbeeld 1 (estafettesysteem):

Bovenop de stapel heeft jouw tegenstander net de volgende kaart gespeeld:

Jij bent als speler nu aan de beurt en je hebt de volgende kaarten in jouw handen:

   

Het doel is nu om een snellere kaart te spelen dan de kaart groen 4 (Biblio) die openligt. We kennen de regels: in de eigen kleur is lager sneller dan hoger en in een andere kleur is hoger sneller dan lager. Dat betekent dat je de volgende kaarten niet kan spelen:

Kaart groen 6 (Puerta) is een hoger nummer dan kaart groen 4. In dezelfde kleur is een lage kaart sneller dus kaart groen 6 is langzamer dan kaart groen 4 en met deze kaart kom je kaart groen 4 (Bibilio) niet voorbij. Die kaart kun je niet spelen want je moet altijd een sneller kaart spelen.

Kaart rood 4 (Biblio) geldt als een kaart van gelijke snelheid als kaart groen 4. Deze kaart mag/kan je niet spelen want de kaarten zijn “even snel” en je moet altijd inhalen.

Stel dat je alleen deze kaarten nog in jouw handen had, dan kon je dus niets spelen en moest je een extra kaart van de pakstapel pakken waarna de speler na jou aan de beurt is.

Maar in dit voorbeeld heb je nog andere kaarten. En dat zijn twee kaarten die je alle twee kan spelen (let op, je mag er maar een spelen, je moet kiezen). De volgende twee kaarten zijn sneller dan kaart groen 4:

  

Kaart groen 2 (Cavar) is een lager cijfer dan kaart groen 4 en in dezelfde kleur is lager sneller dan hoger. Je kan deze kaart dus spelen waarna een andere speler aan de beurt is (je hebt een snellere kaart gegooid dus je moet geen kaart pakken van de stapel).

Kaart geel 7 (Pera) is een hoger nummer dan kaart groen 4. En in een andere kleur is hoger sneller dan lager. Dus kaart geel 7 is sneller dan kaart groen 4. Je kan deze kaart dus spelen waarna een andere speler aan de beurt is (je hebt een snellere kaart gegooid dus je moet geen kaart pakken van de stapel).

Voorbeeld 2 (sterkaarten):

Bovenop de stapel heeft jouw tegenstander net de volgende kaart gespeeld.

Jij hebt de volgende kaarten in jouw handen.

De volgende kaarten kunnen niet gespeeld worden, althans niet als enige kaart.

Kaart geel 17 (Linea) kan niet gespeeld worden want kaart geel 17 is hoger dan kaart geel 16 geel (Marea) en in dezelfde kleur is lager juist sneller. Je moet altijd een snellere kaart spelen!

De rode ster kan niet gespeeld worden want de kleur die er ligt is kaart geel 16. Een rode ster kan alleen op een rode kaart gespeeld worden.

Kaart rood 4 kan niet gespeeld worden want het is een andere kleur dan de kaart geel 16 en in een andere kleur is hoger sneller dan lager (kaart geel 16 is dus sneller dan kaart rood 4).

De volgende kaartcombinaties kunnen wel gespeeld worden:

Of:

Er ligt een kaart geel 16 dus daar kun je een gele ster opleggen. Vervolgens kun je elke gele kaart spelen die je wil dus kan je ook kaart geel 17 spelen. Kaart geel 17 was langzamer dan kaart geel 16, maar door de gele ster kun je alsnog inhalen. Je bent trouwens niet verplicht om kaart geel 17 ook te spelen, je mag de gele ster ook alleen spelen. Maar je moet als eerste je kaarten kwijt zijn, dus hier is het zeker aan te raden.

Het is ook mogelijk om een dubbele stercombinatie te spelen. Want een sterkaart geeft je het recht nog een kaart in dezelfde kleur te spelen. Dat kan dus weer een sterkaart in dezelfde kleur zijn, waarna je op basis daarvan nog een kaart in dezelfde kleur mag spelen.

Voorbeeld 3 (bomkaarten en schildkaarten):

Voor de uitleg van bomkaarten en schildkaarten geven we een aantal combinaties die kunnen voorkomen in een spel met 3 spelers:

     Speler 1              Speler 2            Speler 3               Speler 1            Speler 2

  

In dit voorbeeld speelt speler 1 kaart rood 15 (Mira). Speler 2 is aan zet en legt bomkaart groen 20 op. Dat kan want in een andere kleur is hoger sneller, dus groene 20 is sneller dan kaart rood 15.

Speler 3 moet nu 2 kaarten pakken (2 bommen tegen) maar hij verweert zich door bomkaart groen 1 op te leggen. Dat kan want in dezelfde kleur is lager sneller, dus kaart groen 1 is sneller dan kaart groen 20. Dat betekent dat speler 1 nu weer aan zet is, want de bommen worden doorgegeven en speler 1 moet in principe 5 kaarten pakken (2 + 3 = 5 bommen tegen zich).

Maar speler 1 heeft een schildkaart en legt die op. Daarmee worden de bommen weer doorgegeven aan speler 2. Nu moet speler 2 weer 5 kaarten pakken.

Maar speler 2 heeft nog een bomkaart en omdat de schildkaart gespeeld is om bommen door te geven, mag niet speler 1 maar speler 2 de kleur kiezen. Hij kiest voor het opleggen van blauwe bomkaart 1. Dat betekent dat speler 3 nu 2 + 3 + 3 = 8 kaarten moet pakken.

Speler 3 heeft geen bomkaarten of schildkaarten (meer) en moet nu 8 kaarten pakken. Kaarten pakken in dit spel is beurt voorbij dus speler 1 is weer aan zet en moet verder spelen op de blauwe bomkaart 1 en een sneller kaart opleggen dan deze kaart.

Stel dat de situatie net iets anders was:

     Speler 1              Speler 2            Speler 3               Speler 1           

  

De situatie is hetzelfde als hiervoor weergegeven, alleen kan speler 2 na de schildkaart van speler 1 geen bomkaarten of een schildkaart leggen omdat hij die niet heeft. Nu moet speler 2 5 kaarten pakken en mag speler 3 verder spelen en op basis van de schildkaart een kleur naar keuze (en dus een kaart naar keuze) uitkomen.

Voorbeeld 4 (einde spel):

We gaan uit van een spel met 3 spelers. Stel de speler voor jou (speler 1) legt deze kaart op:

Jij (speler 2) bent aan de beurt en je hebt de volgende kaarten in jouw hand:

Je speelt nu de schildkaart. Die mag je altijd opleggen om de volgkleur te kiezen. Je kiest groen en je roept direct PAGADDER! Want je hebt nog maar één kaart over en dat is een Pagadderkaart (kaart groen 2, Cavar) en dus kan je wellicht de volgende beurt uit. Vervolgens leggen speler 3 en speler 1 de volgende kaarten op:

    Speler 3                            Speler 1                            Speler 2

                      

Jij bent aan de beurt en je kan nu het spel winnen door kaart groen 2 Cavar te spelen. Want in de eigen kleur is laag sneller dan hoog, dus kaart groen 2 is sneller dan kaart groen 4. Omdat je de vorige beurt netjes Pagadder het geroepen, win je het spel!

Als je geen Pagadder had geroepen of bijvoorbeeld een andere kaart dan een Pagadderkaart had opgelegd als laatste kaart, dan moest je 3 strafkaarten pakken. Het is dan beter om geen kaart op te leggen (niet je laatste kaart uit te spelen), zodat je maar 1 kaart moet pakken van de pakstapel.

13. Credits:

Verhalen/spelconcepten: Jelle van Roeyen

Uitgebrachte spelconcepten in de Pagadderreeks:

  • Pagadders staan op springen
  • Dados de Pagadores
  • De mega Pagadderrace

Mogelijk uit te brengen spellen in de Pagadderreeks (bij interesse):

  • Tol voor Pagadores
  • Churros voor Cavar
  • Pagadders Baraja española
  • Pagadderslag
  • Pagadders Poop o Rose
  • Pagadderlinies
  • Pagaddercuisine
  • Pagadderjacht

Uitgebracht buiten Pagadderreeks:

  • De sluiswachter van de Steenen beer

Pagadders: de Pagadders zijn bedacht door medewerkers van de gemeente Hulst. Als je ze wil ontmoeten, maak dan een stadswandeling door Hulst of doe de Pagaddertocht in Hulst. Je komt ze vanzelf tegen op de mooiste plekken in de stad!

Logo Selly spaaractie

Je wordt doorgestuurd

Je wordt doorgestuurd naar een andere pagina.